"Da trékt er va gieën kantn of zân op": dat trekt er van geen kanten of zijden op = dat lijkt er helemaal niet op. Datzelfde woord, maar dan in 't enkelvoud, vinden we terug in "a lèèt op z'n loeë zâ": hij ligt op z'n luie zijde = hij doet niets, hij luiert. De uitdrukking "a lèèt op z'n zoumerzâ" (hij ligt op zijn zomerzijde) betekent net hetzelfde. " 't Zâ" in "ze wérkn ien 't zâ" betekent: ze heeft in de zijdefabriek gewerkt. In de jaren vijftig werkten nogal wat Gooikse meisjes en vrouwen in de kunstzijdefabriek in Tubize. In " 'k zâ der m'n kat va spreiken" is "zâ" hetzelfde als "zou". M.a.w.: ik zou er mijn kat van spreken: ik zou het niet doen of: ik geloof het niet.

"Vantsân, vantsânt": van + te + zijden + t = bezijden.

Uitgebreide statistieken

  • Aantal paginahits: 43.966.247
  • Aantal bestanden: 1.524.054
  • Ontsloten informatie: 758.178 Mbyte
  • Aantal databankvelden: 13.378.791

Zoeken

Back to Top