"Oeër(e)béd doeng": arbeid doen = zwoegen, lastig werk doen. Van "arebeid", een oudere vorm van arbeid. Dichters gebruikten "arebeid" soms voor de maat, maar in de volkstaal is "oeër(e)béd" een courant woord.
"Oeër(e)béd doeng": arbeid doen = zwoegen, lastig werk doen. Van "arebeid", een oudere vorm van arbeid. Dichters gebruikten "arebeid" soms voor de maat, maar in de volkstaal is "oeër(e)béd" een courant woord.