Véchtesgerieëd: "ze stonte véchtesgerieëd" (ze stonden gereed om te vechten). Deze vorming (de noemvorm van het werkwoord + s + gerieëd) komt in 't Gooiks courant voor. Andere voorbeelden: "kappesgerieëd" (klaar om te kappen), "spriengesgerieëd" (klaar om te springen), "ienvallesgerieëd" (klaar om in te storten), "vallesgerieëd" (gereed om te vallen), "skrieëvesgerieëd" (gereed om te huilen), "kloppesgerieëd" (gereed om te kloppen)…