"'k ém mâ muige gétteg spoejen": ik heb mij gehertig mogen spoeden = ik heb mij erg moeten haasten. "Gétteg" gaat terug op het Middelnederlandse "gehertich", dat betekent "manmoedig, onverschrokken". Deze betekenis is gewijzigd. Men spreekt ook van "ne géttege loeëriek" (een grote luierik) en ook van "ne géttegen" (een weldoorvoed iemand). In 't Asses is "ne géttegen" een zonderlinge, een eigenaardige.