Rapenbraders

Die van Sint-Niklaas heten ook "rapenbraders", naar het wapen van de stad, dat een raap verbeeldt. Waarom er in het stadswapen een raap prijkt, wordt door het volk als volgt verteld: Op zekere dag kwam Keizer Karel naar Sint-Niklaas waar hij met veel eerbewijzen ontvangen werd. Toen de stoet op de markt kwam, drong er een boer door het volk. Hij droeg een reusachtige raap, die hij de keizer aanbood. De keizer aanvaardde de raap met veel vriendschap en wilde de boer een beloning geven, maar die wilde niets aannemen. Toen vroeg de keizer of hij kinderen had. "Ja, Sire", was het antwoord, "ik heb een enige dochter". "Nu dan", sprak de vorst, "dit is voor haar bruidsschat" en hij reikte de boer een welgevulde beurs over. Weinige tijd nadien werd de keizer in Antwerpen ontvangen. Een rijke koopman, die kennis gekregen had van wat er in Sint-Niklaas was gebeurd, dacht bij zichzelf: als de keizer zoveel geld geeft voor een raap, wat zal hij dan niet geven voor een paard? Ik ga er hem één aanbieden! Zo gezegd, zo gedaan. De gierigaard bracht de keizer een mooi jong paard, maar Keizer Karel die het inzicht van de hebzuchtige koopman doorgrondde, nam de raap van de Sint-Niklase boer en gaf ze aan de vrek als beloning. Zo werd de schraapzucht gestraft. Sedert die tijd staat er een raap in het wapen van Sint-Niklaas.

Oliezekers

Er waren vroeger in Sint-Niklaas heel wat olieslagers, wat de Sint-Niklazenaars de spotnaam ‘oliezekers’ bezorgde, toch nog altijd iets milder dan de ‘azijnzekers’ van Temse.

Blauwselmannen

Uitgebreide statistieken

  • Aantal paginahits: 43.633.322
  • Aantal bestanden: 1.524.054
  • Ontsloten informatie: 758.178 Mbyte
  • Aantal databankvelden: 13.378.791

Zoeken

Back to Top