Wortelmannen

De bewoners van Ninove kregen deze bijnaam mits wanneer Aalst Ninove binnenviel, ze in plaats van de sleutel , die ze niet vonden, een wortel gebruikten om de stadspoort te sluiten. Er was echter een ezeltje ontsnapt die de wortel heeft opgegeten toen de Aalstenaars binnenvielen. Sindsdien is de wortel het symbool van de stad en kan men hem onder meer in het logo van carnaval terugvinden en bij het gebruik van de wortelworp.

Kaffeegieters

De Ninovieters worden ook “kaffeegieters” genoemd. Tijdens de pinksterdagen trekken nog steeds tientallen bedevaarders via Ninove en de levensgevaarlijke Halsesteenweg naar Halle. In het verleden echter in massa, ook vanuit West-Vlaanderen. Toen staken sommige Ninovieters de “mei” uit, als teken dat je daar een deugddoende kop koffie kon krijgen. Een vriendelijke attentie, als restant van de opvang die pelgrims en reizigers in het verre verleden in kloosters en abdijen kregen. Spotrijmpje van de omliggende gemeenten: “Ninovieters, kaffeegieters, Ninof uit, kaffeefluit Hân de boeren nie gescheten De Ninovieters hân geen eten”.

Wortelkrabbers

Ninovieters staan bekend als wortelkrabbers. Deze naam hebben ze te danken aan het volgende: tijdens een van de interstedelijke ruzies waren de Aalstenaars van plan om Ninove in te nemen. Totaal verrast wilden de Ninovieters de Koepoort afsluiten. De pin om de poort af te grendelen was echter zoek. Daarom staken ze er een wortel in. Er kwam echter een ezel langs die de wortel opat. Zo kregen de Aalstenaars vrije toegang tot de stad. 

Steksesmannen

Steevast hoort men nog over de Ninovieters spreken als over de “Stekskesmannen”. Terecht, vermits de lucifersindustrie, meer nog dan de textielnijverheid, decennia lang aan honderden mensen werkgelegenheid heeft verschaft. Maar in 1974 heeft het laatste lucifersbedrijf, Ninove Match, zijn poorten definitief gesloten.

Voddenmannen

Naar de opkopers van vodden en oud ijzer die in de eerste helft van de 20ste eeuw vanuit Ninove de omgeving “afschuimden”. Kinderen van het platteland werden vroeger bang gemaakt met de uitspraak: “'k Zal u verkopen aan de voddenmarchands van Nienof”.