Algemeen Nederlands
Op staminee werd niet alleen gedronken en gespeeld. Er werden ook sterke verhalen verteld. Bv. het verhaal van Heten Heuzel. Dat was een boerenknecht die leefde in de streek van Lennik. Hij deed buitengewone dingen. Met de blote hand trok hij bomen uit de grond. 't Was de strafste tovenaar van uren in de ronde, maar...met de hulp van de duivel.
Dat kwam aan de oren van de pastoor van Lennik die duiveluitdrijver was. Om Heten Heuzel beter in de gaten te kunnen houden, nam hij hem in dienst als knecht. 't Was een voorbeeldige tuinman. " 't Moet een erg sluwe duivel zijn" dacht de pastoor. En om hem zeker te kunnen overwinnen, trok hij op bedevaart naar de Dom van Keulen. Maar eerst stelde hij in Lennik nog een octaaf in. En Heten Heuzel moest elke dag in de kerk mee komen bidden. De pastoor sprong op zijn wit paard en vertrok naar Keulen.
Dagen gingen voorbij. Toen de parochianen de achtste dag samenkwamen, zat de duivelse knecht in 't midden van de kerk. Plots was er een bliksemflits en hij vloog door het torenvenster weg.
Op dat ogenblik reed de pastoor net Keulen binnen. Ineens hoorde hij achter zich gebries van een paard in galop. Een mager, zwart paard stoof hem voorbij. En wie was de ruiter? Juist, Heten Heuzel!
"Wat!" riep de pastoor, "zou ik mij laten doen van een duivel?" En hij gaf zijn paard de sporen. Hij haalde zijn knecht in voor de Dom. Samen reden ze binnen. Paters sloten achter hen de poort. Ze wilden Heten Heuzel overlezen. Maar die had hun plan doorzien en liep huilend en kermend de Dom rond. En plots nam hij zijn aanloop en sprong met paard en al dwars door 't sleutelgat. 't Slot was zo verwrongen dat het vandaag nog altijd vreselijk knarst als de poort opengaat.
In Lennik zagen ze Heten Heuzel nooit terug. Maar in de lange winteravonden vertelden de mensen aan het vuur de wondere werken van de grote tovenaar ...