Dit provinciaal erfgoedbeleidsplan kadert in het decreet van 23 mei 2008 houdende de ontwikkeling, de organisatie en de subsidiëring van het Vlaams cultureel-erfgoedbeleid. De provincie heeft al jaren een erfgoedwerking binnen haar beleid en draagt al langer verschillende verantwoordelijkheden voor cultureel-erfgoedorganisaties en –spelers binnen haar grondgebied. Maar het cultureel-erfgoeddecreet is een uitgelezen moment om te analyseren en te herdefiniëren. We grijpen de gelegenheid aan om terug te blikken naar voorgaande jaren en ons gevoerde beleid door te lichten en te beslissen welke elementen al dan niet kunnen en moeten verder gezet worden. Een ijkpunt dus. Maar ook een scharniermoment waarop nieuwe paden kunnen en zullen bewandeld worden en waar nieuwe accenten gelegd kunnen worden. Met het cultureel-erfgoeddecreet wordt onder meer een nieuwe stap gezet in de uitbouw van een complementair beleid met gemeenten en provincies. Concreet betekent dit dat de provincie nog duidelijker afgebakend zal instaan voor de structurele financiering en ondersteuning van collectiebeherende cultureel-erfgoedorganisaties die een regionale werking ontwikkelen en die bijdragen aan een streekgericht cultureel-erfgoedbeleid. Ook zal de provincie Vlaams-Brabant ingaan op de vraag van de Vlaamse Gemeenschap om als moderator op te treden in de depotproblematiek; zij zal een regierol opnemen en op basis van de noden van het cultureel erfgoed, van de cultureel-erfgoedorganisaties en van de lokale besturen op haar grondgebied een werking opzetten. In dit erfgoedsbeleidsplan worden de visie en strategische beleidsopties hierrond uiteengezet.