Vraag
Er zijn van die politiekers die hun jeugdjaren moeilijk kunnen ontgroeien en u willens-nillens met hun resterende kennis van het eerder opgedrongen Latijn om de oren slaan. Wij laten dat niet zomaar gebeuren en willen de deelnemers aan deze leerrijke quiz al spelend nog wat bijbrengen over deze dode taal. Koppel de vertaling aan de juiste uitspraak of term. (van A tot T).
Antwoord
1. Ignoti nulla cupido | D. Onbekend maakt onbemind |
2. In cauda venenum | K. Het venijn zit in de staart |
3. Mala herba difficultes moritur | P. Onkruid vergaat niet |
4. Multa tuli | B. Ik heb veel geleden |
5. Necessitas non habet legem | I. Nood breekt wet |
6. Parvi sed magni | S. Klein maar dapper |
7. Potius sera quam, num quam | Q. Beter laat dan nooit |
8. Quid pro quo | F. Voor wat hoort wat |
9. Res non verba | H. Geen woorden maar daden |
10. Sola victoria satiat | E. Alleen de overwinning schenkt voldoening |
11. Ubi fumus, ibi ignis | R. Waar rook is, is vuur |
12. Uxor formosa et vinum dulcia venena | N. Mooie vrouwen en wijn… zijn zoet venijn |
13. Vinat omnia veritas | A. Waarheid overwint alles |
14. Vulpa pilum mutat, non mores | M. De vos verliest zijn haar maar zijn streken niet |
15. Asines ad lipidem non bis offendit eundem | T. Een ezel stoot zich geen twee maal aan dezelfde steen |
16. Aut nunc, aut numquam | J. Nu of nooit |
17. Canes latrantes non mordent | G. Blaffende honden bijten niet |
18. Cibi condimentum est fames | O. Honger is de beste kruiding |
19. De mortuis nil nisi bene | C. Over de doden niets dan goeds |
20. Dum anima est, spes est | L. Waar leven is, is hoop |