Kiekenfretters

Als de overlevering berust op de historische werkelijkheid, dan vindt de spotnaam 'kiekenfretters' (kippenvreters) voor de bewoners van Brussel zijn oorsprong in een 14de-eeuws conflict tussen een gemeente en het centrale gezag, in casu de stad Brussel en Johanna, hertogin van Brabant en Limburg. Deze laatste wilde in 1388 een aantal dorpen die onder toezicht stonden van de Bruselse amman (= ambtman, elders 'baljuw', 'drost' of 'schout' geheten) in pand geven aan Sweder van Abcoude, heer van Gaasbeek. De Staten van Brabant verzetten zich echter tegen dat plan. Een van de felste tegenstanders van Johanna's voornemen, Everard 't Serclaes (geboren omstreeks 1320), Brussels schepen (= wethouder) en geridderde held uit de Brabantse Successieoorlog (1356-57), werd op 28 maart tussen Lennik en Brussel, waarnaar hij op weg was, overvallen door Willem van Kleef, bastaardzoon van Sweder, en de baljuw van Gaasbeek. Zwaar verminkt werd 't Serclaes overgebracht naar het huis De Sterre aan de Brusselse Grote Markt, de ambtswoning van de amman, waar hij drie dagen later aan zijn verwondingen bezweek. Daarop sloegen de Brusselaars het beleg voor het kasteel van Gaasbeek, dat ze vervolgens plunderden en in brand staken. Naar verluidt, bestond het proviand van de belegeraars goeddeels uit kippen. Dat feit zou de Brusselaars hun schimpnaam hebben bezorgd. Die bijnaam wordt ook vermeld op de beroemde gedenkplaat voor 't Serclaes in de bogengaanderij aan de buitenzijde van De Sterre. Het bronzen bas-reliëf van de hand van Juliaan Dillens (1849-1904) beeldt behalve de stervende 't Serclaes twee taferelen uit 's mans leven uit alsook het beleg van Gaasbeek door zich met kippenvlees voedende Brusselaars. Het gedenkteken bevindt zich in de Karel Bulsstraat, die vernoemd is naar de Brusselse burgemeester die in 1898 aan de gemeenteraad had voorgesteld om een monument op te richten ter nagedachtenis van 't Serclaes. Hendrik Conscience (1812-1883) schreef een historische roman over 't Serclaes: 'Everard 't Serclaes. Historische tafereelen uit de XIVe eeuw'. Antwerpen, J.P. van Dieren, 1874, 2 dln., resp. 202 en 177 pp. - Ill. v. Edward Dujardin. (antwoord van Peter Balcaen)

Ketjes

Zo is een Ketje een inwoner van Brussel die er zelf geboren is en waarvan beide ouders ook geboren en getogen Brusselaars waren een Zinneke is er ook geboren doch heeft slechts één ouder die zich Ketje mag noemen. Kenmerkend is hun taalgebruik dat niet Nederlands en niet Frans is.

Uitgebreide statistieken

  • Aantal paginahits: 44.073.185
  • Aantal bestanden: 1.524.054
  • Ontsloten informatie: 758.178 Mbyte
  • Aantal databankvelden: 13.378.791

Zoeken

Back to Top