Kaarskatten

Deze spotnaam houdt verband met het verkopen van kaarsen in Scherpenheuvel zelf; Tot voor 50 jaar waren de verkoopsters of kaarskatten nog talrijk in het bedevaartoord. Niet alleen verkochten ze kaarsen, maar ze knapten tegen betaling ook allerlei karweitjes op voor de bedevaarders; zelfs op de knieën rond de kerk kruipen, de kruisweg doen, en missen bijwonen.. Zij verkochten ook devotie-artikelen waarmee zij de pelgrims lastig vielen tot in het portaal van de kerk toe. Deze opdringerigheid deed de bezoekers zeggen: "Hier wordt men besprongen door kaarskatten". In 1924 greep de kerkraad in, er mochten voortaan geen kaarskatten meer bijkomen; de oudere mochten wel voortdoen, maar zij waren de laatsten. De echte kaarskatten vielen op door hun grote kapmantel. De laatste kaarskat heette Dorothea Nijs, geboren en getogen in Scherpenheuvel, en overleden op 2 juli 1960.

Kladder

In Scherpenheuvel durfde ’s avonds niemand meer buiten te komen omdat Kladder daar altijd rondliep. Enkele mannen die op een avond terugkwamen van de repetitie van de muziekvereniging, besloten de wacht te houden. Toen ze het gerammel van Kladder hoorden, zetten ze zich schrap en gooiden de plaaggeest in de vesten. Zo ontdekten ze dat de mandenmaker Kladder was.

Uitgebreide statistieken

  • Aantal paginahits: 44.089.774
  • Aantal bestanden: 1.524.054
  • Ontsloten informatie: 758.178 Mbyte
  • Aantal databankvelden: 13.378.791

Zoeken

Back to Top