Algemeen Nederlands
Laatst hoorde ik een voorname inwoonster van Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek spreken over onze kathedraal. Laat het misschien een klein beetje overdreven zijn, helemaal ongelijk heeft de dame in kwestie niet. Geen enkel dorp in het Pajottenland kan uitpakken met zo'n mooi gotisch bouwwerk, met een uniek barok orgel en het mooiste houten retabel van gans Vlaanderen. Hoe komt het toch dat een klein, verloren gat als Lombeek, met een handvol inwoners, aan zo'n pronkstuk komt? De verklaring moet mijns inziens in de medische hoek worden gezocht.
Ga maar eens wandelen door een sjieke villawijk. Op sommige plaatsen is dat nog niet verboden. Aan het smeedijzeren hek van zo'n optrekje, zie je steevast een zuil met daarin een drukknop, een luidsprekertje, een cameralens én een koperen plaat met daarop de naam van de eigenaar, gevolgd door zijn status: gineacoloog, oogspecialist, inwendige ziekten, of een andere bezigheid die je enkel in dergelijke stulpjes kan uitoefenen. Het is te opvallend om toevallig te zijn: de gewone man is de sponsor van doktoren en specialisten, die met het geld dat niet op het strookje vermeld staat, in staat zijn om meesterwerken van architectuur tot stand te laten komen.
Vroeger was dat niet anders. Alleen had je toen nog niet zoveel medisch personeel. Toen was het de geestelijkheid die de giften van de simpele zielen omzette in stenen kantwerk en gepolychromeerd eiken snijwerk.Zo ook in het nederige Lombeek, waar een nijvere monnik in de vroege middeleeuwen plots tot de bevinding kwam dat hij beschikte over een mirakuleus Mariabeeldje. Welke bovennatuurlijke krachten het waren wist hij niet, maar hij bouwde alvast een kapel met een behoorlijk grote offerblok. Al vlug bleek, dat vooral mensen met kinkhoest de beste resultaten hadden met een bedevaart naar zijn bidhuis. Als je je kunt specialiseren, gaan de zaken altijd beter. Op heel korte tijd had Ons Lief Vrouwken daar in Lombeek zoveel straffe genezingen gedaan, dat de kapel én de offerblok veel te klein waren geworden. Er werd een kerk opgetrokken waar ze in Lennik en Gaasbeek groen jaloers op waren. Rond het gebedshuis rezen herbergen uit de grond. In de Spiegel en de Kroon werden gouden zaken gedaan.
Er kwam een kasteel en een baronie en alles wat een modern middeleeuws dorp nodig heeft. Tot de miserie van de reformatie de bloeiende handel om zeep hielp. De mensen die niet aan het vechten waren, die niet van de honger waren omgekomen of door de inquisitie waren opgepakt, hielden zich koest en stelden de bedevaarten uit tot later, misschien. Pastoor De Paepe bleef in die donkere jaren echter niet bij de pakken zitten. Hij maakte een inventaris op van alles wat de Heilige maagd bij zijn weten al had verwezenlijkt in haar Lombeekse vestiging. Hij kwam aan 51 mirakels, alleen al tussen 1436 en 1519! Hij noteerde alles keurig in een mooi boekje: van het kind uit Herfelingen dat van de hooikar viel en door zijn vader overreden werd en dat na één bezoek aan de kerk vrolijk naar huis huppelde, of die man uit Aat die door een garde was bewerkt met een hellebaard en met zijn hoofd zo goed als afgesneden toch nog in Lombeek geraakte en daar in de kortste keren weer werd opgelapt.
Het boekje had succes.Toen ze in de jaren 1700 dan ook nog een paar onderdelen van Sint-Hubertus ter aanbidding kregen, begon de bedevaart naar Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek weer helemaal te herleven. De medisch-religieuze spitstechnologie draaide een paar eeuwen weer op volle toeren. Het zijn uiteindelijk mannen zoals Louis Pasteur en de vaccinaties tegen kinkhoest geweest, die de bedevaarten de doodsteek hebben gegeven. En dan moesten de gespecialiseerde medici het gat in de markt maar dichten.