- De geschiedenis van Gooik begint net voor onze jaartelling met de aanleg van de heerbaan Bavai-Asse. In de buurt van deze Romeinse verbindingsweg naar Tongeren-Keulen ontstonden verscheidene villae.
- Van de Karolingische tijd tot de 11de eeuw lag de fusiegemeente Gooik in de Brabantgouw. De deelgemeente Gooik werd reeds in de 9de eeuw (samen met Lennik en Wambeek vermeld als bezit van de Sint-Gertrudusabdij te Nijvel.
Aan de Uidekrij, het oorspronkelijke centrum van de Romeinse nederzetting, werd in de 12de eeuw de basis van de Sint-Nicolaaskerk gelegd. In dezelfde tijd begon op 4 km daarvandaan de devotie rond het Heilig Kruis in het gehucht de Wastyne, de Woestijn. Het grondgebied Gooik behoorde tot de abdij van Nijvel.
- Gooik raakte door zijn ligging op de grens van Brabant, Vlaanderen en Henegouwen haast constant bij conflicten betrokken. Eind 14de eeuw brandde Michel de Ligne het dorp plat omdat hertogin Jeanne enkele jaren achterstond met het betalen van wijnrechten. De vazallen onttrokken macht aan de abdij van Nijvel. Gooik werd een heerlijkheid met uitgebreide rechten, afhankelijk van Gaasbeek.
- Van de 13de tot de 15de eeuw was Gooik bezit van de heren van Kraainem. Henri Taye van Elewijt, heer van Wemmel, kocht het dorp in 1430. Engelbert Taye werd in 1652 tot baron verheven.
Enkele jaren later werd Willem-Albert van Grysperre, voorzitter van de Brabantse Raad, baron van Gooik.
- Eind 17de eeuw verwoestten troepen van Lodewijk XIV het kasteel, in Gooik waren op dat ogenblik Nederlandse en Spaanse huurlingen gelegerd. De legers van de Zonnekoning zijn nog enkele keren door Gooik getrokken.
Vervolgens kwam deelgemeente Gooik, tot aan het einde van de 18de eeuw, in het kwartier Brussel van het hertogdom Brabant te liggen.
- In 1977 werden de Pajotse gemeenten Gooik, Kester, Leerbeek en Oetingen tussen Halle en Ninove samengevoegd tot de fusiegemeente Gooik.
Back to Top